Vragen of onafhankelijk (gratis) advies nodig?


Wij staan voor je klaar voor al je vragen rondom leren en ontwikkelen in de akkerbouw en vollegrondgroenteteelt sector. Wil jij groeien in je werk, een cursus volgen of weet je nog niet goed wat je wilt in je loopbaan en wil je daarachter komen?

Neem contact met ons op. Wij denken gratis met je mee.

Telefoon: 0630601425
E-mail: [email protected]

Bodemverdichting aanpakken vraagt om visie én durven

17 december 2025

In de polders van de Biesbosch bij Werkendam runt akkerbouwer Marijn Vermuë samen met zijn vader een akkerbouwbedrijf van ongeveer negentig hectare. Op het bedrijf groeien onder andere suikerbieten, frietaardappelen, rode uien, tarwe, gerst en sperziebonen.

De afgelopen jaren houdt Marijn zich steeds meer bezig met één belangrijk probleem: bodemverdichting. Dat is een probleem dat je niet direct ziet, maar dat grote gevolgen heeft voor water, wortels en opbrengst. Samen met Roger Braspenning van machinefabrikant Imants vertelt hij hoe zij dit aanpakken. Wat vraagt het aan investeringen? En vooral: wat levert het op?

Roger Braspenning is adviseur bij Imants en komt het hele jaar door op akkerbouwbedrijven in Nederland. Met een penetrometer meet hij hoe vast de bodem is. “Op veel percelen zie je tussen de dertig en zestig centimeter diepte een harde laag”, legt hij uit. “Die laag houdt wortels en water tegen. Soms voelt het alsof je tegen beton prikt. Bodemverdichting ontstaat langzaam en wordt vaak pas laat herkend.”

Volgens Braspenning zit het probleem tegenwoordig dieper dan vroeger. “Tien jaar geleden lag die storende laag vaak rond de dertig centimeter. Nu zien we hem steeds vaker op 45 tot zelfs 60 centimeter diepte. Dat heeft onder andere te maken met zwaardere machines en oogsten onder nattere omstandigheden.”

Ook de bovenste laag van de grond krijgt het zwaar te verduren. Door wisselend weer is er vaak weinig tijd om te zaaien of te oogsten. Daardoor rijden machines soms net te vroeg het land op. “Elke keer dat je dat doet, druk je de bodem iets verder dicht”, zegt Braspenning. “En hoe dieper de verdichting zit, hoe lastiger het wordt om die later te herstellen.”

Water blijft staan

Volgens Marijn zijn landbouwmachines niet per se veel zwaarder geworden. Wat wel is veranderd, is wat die machines kunnen. “Een moderne rooier kan langer blijven draaien”, legt hij uit. “Ook als het natter wordt. Vroeger stopte je als het te nat was. Nu kun je vaak nog door.”

Dat heeft voordelen, maar ook nadelen. Doordat je langer doorwerkt, rijd je ook vaker over kwetsbare plekken in het perceel. Dat zijn plekken waar de bodem al minder sterk is en waar water slecht wegzakt. Juist daar wordt de bodem steeds verder verdicht. “De slechte plekken worden slechter”, zegt Marijn. “Goede stukken herstellen zich vaak wel, maar op lage en natte delen stapelen de problemen zich op. Daar blijft het water staan en daar gaat het mis.”

Boeren staan daardoor soms voor een lastige keuze. Ga je oogsten omdat het moet, of wacht je om schade aan de bodem te voorkomen? Op de lange termijn is een gezonde bodem bepalend voor opbrengst en werkplezier.

Kijken in de bodem

Om beter te begrijpen wat er onder de grond gebeurt, zijn profielkuilen gegraven. Zo werd duidelijk hoe de bodem is opgebouwd. Onder een kleilaag van ongeveer vijftig centimeter zat een verdichte laag. Die laag is waarschijnlijk ontstaan door jarenlange mechanisatie, maar kan ook deels natuurlijk zijn.

Deze harde laag blokkeerde de waterafvoer en de wortelgroei. Water bleef bovenin staan en wortels kwamen niet bij het diepere vocht. “In het begin denk je vaak dat het aan het weer ligt”, zegt Marijn. “Maar uiteindelijk bepaalt de bodemstructuur of een gewas het goed doet of niet.”

De dikte van de kleilaag verschilt sterk binnen het bedrijf. Op sommige plekken is die maar dertig centimeter dik, op andere plekken meer dan een meter. Daaronder ligt grof zand. Waar de kleilaag dun is, droogt de grond sneller uit. Het doel werd duidelijk: zorgen voor een gelijkmatige bodemstructuur en een betere verdeling van water in de hele bodem.

Gericht aan de slag

Marijn besloot het probleem bij de basis aan te pakken. “Alleen letten op bandenspanning is niet genoeg als de ondergrond niet klopt”, zegt hij. “We hebben eerst in kaart gebracht waar de bodem verdicht is en hoe diep dat zit. Daarna hebben we per perceel een plan gemaakt.”

Dat plan bestaat uit verschillende stappen. Eerst wordt de grond geëgaliseerd, zodat water beter kan wegstromen. Daarna worden klei- en zandlagen tot ongeveer zestig centimeter diepte gemengd. Zo verbetert de wateropname en kunnen wortels makkelijker doorgroeien. Het doel is een bodem zonder harde overgangen tussen lagen.

Bodemkaarten laten duidelijk zien waar de verschillen zitten. Na de bewerking is de groei van gewassen gelijkmatiger. Slechte plekken vallen minder op en doen beter mee in het geheel.

Gefaseerde grondbewerking

De grondbewerking gebeurt stap voor stap en per perceel op maat. De werkzaamheden zijn gps-gestuurd en gebaseerd op bodemmetingen en taakkaarten. Het begint altijd met het graven van profielkuilen. Daarmee wordt gekeken hoe de bodemlagen zijn opgebouwd.

In hogere delen van het perceel wordt diepgeploegd om zand omhoog te halen. Daarna volgt het kilveren. Met een gps-gestuurde kilverbak wordt zand van hoge naar lage delen verplaatst. Zo verbetert de afwatering. Vervolgens wordt de grond losgemaakt met een woeler.

Een belangrijke stap is het diepspitten tot tachtig centimeter diepte. Daarbij worden klei- en zandlagen gemengd. “We willen geen scherpe overgangen meer in de bodem”, zegt Marijn. “Zo krijgen wortels meer ruimte en zakt water beter weg.”

Wat kost het en wat levert het op?

De totale bewerking kost ongeveer drieduizend euro per hectare. Dat is een flinke investering. Toch vindt Marijn het de moeite waard. “Op de slechte plekken hadden we soms tien tot vijftien procent minder opbrengst. Als je dat herstelt, verdien je het snel terug.”

Daarnaast zijn er indirecte voordelen. Er spoelen minder voedingsstoffen uit, meststoffen worden beter benut en gewassen hebben minder stress. De groei wordt gelijkmatiger. “Het zijn kleine verbeteringen die samen een groot verschil maken”, zegt Marijn.

Geen vast stappenplan

Hoewel deze aanpak goed werkt, is er geen vast recept. Elke bodem is anders en vraagt om maatwerk. “Het begint met weten wat er onder je voeten zit”, zegt Braspenning.

Marijn past de aanpak stap voor stap toe. Elk jaar worden een paar percelen aangepakt. “Eén keer goed uitvoeren en daar jarenlang profijt van hebben, dat is het doel.”

Meer leren over bodemverdichting?

Bodemverdichting is een probleem dat veel akkerbouwers herkennen. Met de juiste kennis kun je gerichter keuzes maken voor je eigen percelen.

Bekijk de cursus Bodemverdichting van Talentoogst en leer hoe je werkt aan een sterke en veerkrachtige bodem.

 

Bron: Akkerbouwbedrijf